Bedrijvigheid in Bredevoort

Met de komst van de Fransen in 1795 worden er bestuurlijke veranderingen doorgevoerd waardoor Bredevoort geen bestuurcentrum meer is. Het ambt Bredevoort wordt opgedeeld. In 1818 worden Aalten en Bredevoort samengevoegd tot één gemeente. De burgemeesters bewonen echter tot 1886 het grote huis aan ’t Zand, nu St. Bernhardus geheten.

Na de scheiding van kerk en staat in 1796 wordt twee jaar later een Katholieke kerk ingezegend. Hierdoor hoefden de Katholieken niet meer naar Kruiskapellen, die net over de grens in Duitsland stonden. De R.K. kerk aan de Koppelstraat is door architect Alfred Tepe ontworpen en wordt in 1876 ingewijd.

Hendricus van Eijck laat in 1834 in Bredevoort een weeffabriek bouwen, waar destijds zo’n 150 á 225 werknemers werkten.

St. Bernhardus wordt in 1900 door Pastoor Mulder aangekocht om er zieken in te gaan verplegen en onderwijs te geven. Vanaf 1933 werd het een pension voor oudere dames en heren. Om het gebouw aan de moderne eisen voor verzorging van te laten voldoen werd het in 1989 ingrijpend verbouwd, waarbij de voorgevel in de oude stijl is gebleven.

Eind 1905 is de Coöperatieve Roomboterfabriek gebouwd aan de straat die nu de Boterstraat heet. De schoorsteen is bewaard gebleven.

In 1948 is de Gereformeerde kerk officieel in gebruik genomen. Aanvankelijk zou het een houten gebouw worden, maar tijdens de bouw werd stukje bij beetje toestemming gevraagd én gekregen om het gebouw van steen te maken. Voor de bouw van de toren werd geen toestemming gegeven. In 2006 zijn Gereformeerde en Hervormde kerk opgegaan in de PKN, waarna de Gereformeerde Kerk in private handen is overgegaan en ontwikkeld tot een regionaal centrum voor kunst & cultuur.