Op zondag 12 juli 1646, rond de klok van vier uur ’s middags, vond de Bredevoortse kruitorenramp plaats. Tijdens een flinke onweersbui sloeg de bliksem in de kruittoren van het kasteel, waarin op dat moment 320 vaten buskruit waren opgeslagen. De enorme ontploffing zorgde voor maar liefst veertig doden en een onbekend aantal gewonden. Een ramp van ongekende omvang!
De explosie was zo hevig dat niet alleen het kasteel maar ook het Ambtshuis instortte. Hierbij kwamen de drost en gouverneur Wilhelm van Haersolte met zijn vrouw Jr. Catrijne van Brakel en acht van hun kinderen om het leven. Ook de schade in Bredevoort verder was enorm. Vele huizen storten in of werden zwaar beschadigd. Er werd dagenlang met man en macht gezocht naar overlevenden van de ontploffing.
De drost met zijn vrouw en acht kinderen werden op donderdag 16 juli begraven in het koor van de Sint Joriskerk in Bredevoort.
Eén zoon van Drost heeft de ramp overleefd. Anthony was toevallig die dag in Zwolle. Na de ramp heeft hij in Zwolle de familie voortgezet en het Haersolte-Armenhuis gesticht. Hierbij wordt aangenomen dat de stichting verband houdt met de ramp van Bredevoort