Op ’t Zand staat een beeld van Hendrickje Stoffels. Ze werd in 1626 in Bredevoort geboren als dochter van Stoffel Stoffelse en Mechteld Lamberts en groeide op in de Muizenstraat (naast de VVV).
Hendrickjes vader overleed vrijwel zeker in juli 1646, mogelijk als niet-geïdentificeerd slachtoffer van de explosie van de kruittoren in Bredevoort. Als gevolg hiervan is Hendrickje naar Amsterdam vertrokken.
Vanaf die tijd trok Henrickje als dienstmeisje in dienst bij de toen al bekende schilder Rembrandt van Rijn, in wat thans het Rembrandthuis is, aan de Jodenbreestraat. Op 16 juli 1649 was Hendrickje weer in Bredevoort; ze wordt namelijk als doopgetuige vermeld in het Bredevoorts Doopboek. Mogelijk heeft Rembrandt samen met haar de reis naar Bredevoort gemaakt. Dit zou kunnen blijken uit verschillende etsen van Rembrandt uit 1649 en 1650 waarvan de locatie niet bekend is.
Later werd Hendrickje de geliefde van Rembrandt en kregen ze in 1654 samen een dochter, Cornelia. In 1658 begon ze samen met Rembrandts zoon uit zijn eerdere huwelijk met Saskia van Uylenburgh, Titus, een kunstwinkel, waar ze schilderijen, tekeningen, kopergravures, houtsneden en rariteiten verkochten.
In 1663 trof een pestepidemie Amsterdam, waardoor Hendrickje werd getroffen en ze kwam te overlijden.